Inhuldiging gerstaureerd monument Juul De Winde
28 september 2013 om 16 u 30 te Westrozebeke - Hyndrickxbosstraat.
Laf is een kind
dat zijn taal niet mint,
de eerste woorden hem geleerd
niet meer eerbiedigt en vereert. (Juul De WInde, 1908)
Samen met collega Paul Van Den Eynde had ik de eer de gemeente te mogen vertegenwoordigen op deze plechtigheid, samen met een afvaardiging van de Kring van Oud-Soldaten Merchtem en Pol Feytens van de Heemkring. Dag op dag, waarschijnlijk zelfs klokslag op het moment van de viering en de plaats van de viering werd de bekende Luitenant Juul De Winde getroffen door een kogel in het hoofd.
De verplaatsing en volledige restauratie van het monument past in de grootse herdenking van de het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914.
De restauratie is zeker geslaagd. Op het monument prijkt het wapenschild van Merchtem als referentie naar zijn geboortedorp.
DIt monument mag slechts een begin zijn. We moeten het verhaal van dergelijke helden overbrengen aan volgende generaties. Juul De Winde was jong toen hij sneuvelde maar had al een geschiedenis. Op en top Merchtemnaar was hij : spelend lid van de Harmonie, hier geboren, hier school gelopen. Het was allicht zijn droom om terug naar zijn Merchtem te keren. Een man met een ontembrare wilskracht, boordevol talenten en zeer zeker ook vol plannen voor de toekomst. Het verhaal van Juul De WInde moet verteld worden aan een generatie die opgegroeid is met computerspelletjes waar je alleen maar punten extra krijgt bij het neerknallen van een soldaatje... Het moet doordringen wat die mensen hebben gegeven. Dat we vandaag Vlaming kunnen zijn op de wijze zoals we dat zelf willen invullen, hier in Merchtem heeft veel te maken met die strijd. Opmerkelijk waren de geciteerde getuigenissen van mensen die toen rond hem stonden : zeer typerend bleek het feit dat hij bij zijn soldaten wenste te zijn, eerder dan bij zijn oversten. Met hen praten, als het kon zelfs een pintje nemen. In weerwil van het omzeggens eentalig Frans bevel steeds in zijn taal met zijn soldaten. Uiteraard werd ook zijn dichtkunst in vedette gezet. Er werd ook verwezen naar het feit dat August De Boeck (beiden kenden mekaar uiteraard) enkele gedichten op muziek zette.
Een mooie plechtigheid. En ook niet ongemerkt voorbij gegaan : de achternicht, mevrouw Julia De Winde was er ook bij met haar echtgenoot. Zij was uiteraard zeer vereerd maar ook zeer ontroerd.
Een geschiedenis om nooit te vergeten !
Na de plechtigheid hebben we met de initiatiefnemers van Rozebeke afgesproken in 2014 zeker een gelegenheidstentoonstelling en eventement te doen rond Juul De Winde, uiteraard in het August De Boeckhuis aan de Reedijk.
Minnelied
'k Heb aan twee blikken de mijne geboeid
en uit die blikken kwam liefde gebroeid.
'k Ben met twee woorden in 't hart haar gerocht,
e' heeft met twee woorden het mijn omgekocht.
w' Hebben elkander een wijlke geplaagd,
later elkander naar vrede gevraagd.
'k Heb op haar lippen een zoentje gelegd...
'n Zoentje heeft haar ziel aan de mijne gehecht.
Sinds we dit waagden, al schertsen getweën
zoek ik 't gemijmer en nooit ben'k alleen !
J. De WInde 21.8.1917.
28 september 2013 om 16 u 30 te Westrozebeke - Hyndrickxbosstraat.
Laf is een kind
dat zijn taal niet mint,
de eerste woorden hem geleerd
niet meer eerbiedigt en vereert. (Juul De WInde, 1908)
Samen met collega Paul Van Den Eynde had ik de eer de gemeente te mogen vertegenwoordigen op deze plechtigheid, samen met een afvaardiging van de Kring van Oud-Soldaten Merchtem en Pol Feytens van de Heemkring. Dag op dag, waarschijnlijk zelfs klokslag op het moment van de viering en de plaats van de viering werd de bekende Luitenant Juul De Winde getroffen door een kogel in het hoofd.
De verplaatsing en volledige restauratie van het monument past in de grootse herdenking van de het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914.
De restauratie is zeker geslaagd. Op het monument prijkt het wapenschild van Merchtem als referentie naar zijn geboortedorp.
DIt monument mag slechts een begin zijn. We moeten het verhaal van dergelijke helden overbrengen aan volgende generaties. Juul De Winde was jong toen hij sneuvelde maar had al een geschiedenis. Op en top Merchtemnaar was hij : spelend lid van de Harmonie, hier geboren, hier school gelopen. Het was allicht zijn droom om terug naar zijn Merchtem te keren. Een man met een ontembrare wilskracht, boordevol talenten en zeer zeker ook vol plannen voor de toekomst. Het verhaal van Juul De WInde moet verteld worden aan een generatie die opgegroeid is met computerspelletjes waar je alleen maar punten extra krijgt bij het neerknallen van een soldaatje... Het moet doordringen wat die mensen hebben gegeven. Dat we vandaag Vlaming kunnen zijn op de wijze zoals we dat zelf willen invullen, hier in Merchtem heeft veel te maken met die strijd. Opmerkelijk waren de geciteerde getuigenissen van mensen die toen rond hem stonden : zeer typerend bleek het feit dat hij bij zijn soldaten wenste te zijn, eerder dan bij zijn oversten. Met hen praten, als het kon zelfs een pintje nemen. In weerwil van het omzeggens eentalig Frans bevel steeds in zijn taal met zijn soldaten. Uiteraard werd ook zijn dichtkunst in vedette gezet. Er werd ook verwezen naar het feit dat August De Boeck (beiden kenden mekaar uiteraard) enkele gedichten op muziek zette.
Een mooie plechtigheid. En ook niet ongemerkt voorbij gegaan : de achternicht, mevrouw Julia De Winde was er ook bij met haar echtgenoot. Zij was uiteraard zeer vereerd maar ook zeer ontroerd.
Een geschiedenis om nooit te vergeten !
Na de plechtigheid hebben we met de initiatiefnemers van Rozebeke afgesproken in 2014 zeker een gelegenheidstentoonstelling en eventement te doen rond Juul De Winde, uiteraard in het August De Boeckhuis aan de Reedijk.
Minnelied
'k Heb aan twee blikken de mijne geboeid
en uit die blikken kwam liefde gebroeid.
'k Ben met twee woorden in 't hart haar gerocht,
e' heeft met twee woorden het mijn omgekocht.
w' Hebben elkander een wijlke geplaagd,
later elkander naar vrede gevraagd.
'k Heb op haar lippen een zoentje gelegd...
'n Zoentje heeft haar ziel aan de mijne gehecht.
Sinds we dit waagden, al schertsen getweën
zoek ik 't gemijmer en nooit ben'k alleen !
J. De WInde 21.8.1917.