Morgen grote dag voor Hamme : Kerk Sint-Gudula wordt plechtig geopend door de Abt van de Abdij van Grimbergen !
Zo begon het : een tweetal jaar geleden. Het heeft niet zo heel veel gescheeld of we hadden met de archeologen het bewijs dat Sint Gudula wel degelijk hier, bij ons in Hamme, was begraven. Zo begon het. De grijze haren van Jan en de weinige die ik heb zijn sterk op de proef gesteld bij het voorlezen van de eisen van de archeologen. Toch werd het boeiend, door een constructieve houding langs weerszijden werd het een beperkt, maar leerrijk onderzoek. We kwamen tot de bevinding dat de kerk ooit groter was. Iets wat eigenaardig is (meestal gaat men van een kleine kerk naar en groter geheel). In alle geval is de kerk in Hamme een massieve brok geschiedenis. Architecten, aannemers, kerkraad en vele vrienden van de kerk hebben iets uniek afgeleverd ! Een pareltje. Steeds hebben we voor ogen gehad dat het gebouw naast liturgie ook andere functies diende te kunnen herbergen. In de eerste plaatst kunst, wat bij het concert van vorige week met verve werd bewezen. Maar ook tentoonstellingsruimte, ruimte voor lezingen... kortom een gebouw dat mensen samen brengt !
Heel de tijd van het project spookte het mooie lied 'Het Kerksken van te Lande' door mijn hoofd :
God en versmaadt het niet het kerksken van te lande,
zijn grover wierook en zijn ongeschoolde zangen,
het gebed van 't boerevolk van knechts en meiden,
en de schamele bloemen geplukt in de weide,
't ootmoedig buigend hoofd tussen vereelte handen,
en 't Ave Maria van 't vroom onschuldig harte,
O, verdelg in mijn hart alle trotse gedachten.
't Kwade kruid dat zich mengt bij den heerlijksten veldoogst,
en verleen mij 't geloof, de hoop, de warme liefde
van hen die zonder klacht, al hun schamelheid dragen,
deemoedig vroom, ziehier mijn hart, ziehier mijn geest,
mijn hoofd en zijn gepeinzen, en mijn hand die dit schreef...
in naam des Vaders, des Zoons en des Heil'gen Geest.
Een gedicht dat op een zeer mooie melodie werd gezet door 'onze' August De Boeck.
Ik wil zeker niet emotioneel worden maar toch : ik maakte het mee als kind. Mijn grootouders waren geen al te grote boeren. Die tekst brengt mij zo terug bij mijn jeugd toen ik bij mijn grootouders werd opgevangen terwijl mijn ouders gingen werken. De verbondenheid met de grond, de vanzelfsprekendheid van het geloof, en ja : dat kerksen van te lande : geen grote sier, maar zo fier dat het er is en er samen te kunnen komen en zoals in het gedicht hoop te kunnen koesteren in een o zo grote bescheidenheid, of 'schamelheid'.....
Morgen dus een heel bijzonder moment !
Zo begon het : een tweetal jaar geleden. Het heeft niet zo heel veel gescheeld of we hadden met de archeologen het bewijs dat Sint Gudula wel degelijk hier, bij ons in Hamme, was begraven. Zo begon het. De grijze haren van Jan en de weinige die ik heb zijn sterk op de proef gesteld bij het voorlezen van de eisen van de archeologen. Toch werd het boeiend, door een constructieve houding langs weerszijden werd het een beperkt, maar leerrijk onderzoek. We kwamen tot de bevinding dat de kerk ooit groter was. Iets wat eigenaardig is (meestal gaat men van een kleine kerk naar en groter geheel). In alle geval is de kerk in Hamme een massieve brok geschiedenis. Architecten, aannemers, kerkraad en vele vrienden van de kerk hebben iets uniek afgeleverd ! Een pareltje. Steeds hebben we voor ogen gehad dat het gebouw naast liturgie ook andere functies diende te kunnen herbergen. In de eerste plaatst kunst, wat bij het concert van vorige week met verve werd bewezen. Maar ook tentoonstellingsruimte, ruimte voor lezingen... kortom een gebouw dat mensen samen brengt !
Heel de tijd van het project spookte het mooie lied 'Het Kerksken van te Lande' door mijn hoofd :
God en versmaadt het niet het kerksken van te lande,
zijn grover wierook en zijn ongeschoolde zangen,
het gebed van 't boerevolk van knechts en meiden,
en de schamele bloemen geplukt in de weide,
't ootmoedig buigend hoofd tussen vereelte handen,
en 't Ave Maria van 't vroom onschuldig harte,
O, verdelg in mijn hart alle trotse gedachten.
't Kwade kruid dat zich mengt bij den heerlijksten veldoogst,
en verleen mij 't geloof, de hoop, de warme liefde
van hen die zonder klacht, al hun schamelheid dragen,
deemoedig vroom, ziehier mijn hart, ziehier mijn geest,
mijn hoofd en zijn gepeinzen, en mijn hand die dit schreef...
in naam des Vaders, des Zoons en des Heil'gen Geest.
Een gedicht dat op een zeer mooie melodie werd gezet door 'onze' August De Boeck.
Ik wil zeker niet emotioneel worden maar toch : ik maakte het mee als kind. Mijn grootouders waren geen al te grote boeren. Die tekst brengt mij zo terug bij mijn jeugd toen ik bij mijn grootouders werd opgevangen terwijl mijn ouders gingen werken. De verbondenheid met de grond, de vanzelfsprekendheid van het geloof, en ja : dat kerksen van te lande : geen grote sier, maar zo fier dat het er is en er samen te kunnen komen en zoals in het gedicht hoop te kunnen koesteren in een o zo grote bescheidenheid, of 'schamelheid'.....
Morgen dus een heel bijzonder moment !