Arm Merchtem !Section: Algemeen
Cijfers zetten aan tot nadenken

NL  |  FR  |  EN  |  DE  
klein normaal groot
 
home
 
 
 
Kerncijfers - Inkomens

Fiscale inkomens - gemiddeld inkomen per aangifte in euro in 2010 (aanslagjaar 2011)
 
 
2010
Asse
31.281
Beersel
34.238
Dilbeek
33.098
Drogenbos
26.277
Grimbergen
33.584
Hoeilaart
36.184
Kraainem
39.357
Linkebeek
32.858
Machelen
27.883
Meise
36.456
Merchtem
31.867
Overijse
37.997
Sint-Genesius-Rode
38.770
Sint-Pieters-Leeuw
29.248
Tervuren
41.742
Vilvoorde
28.173
Wemmel
33.221
Wezembeek-Oppem
39.185
Zaventem
31.986
Vlaamse Rand
33.342

BRON: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Fiscale statistiek van de inkomens


Dit zijn de cijfers van de Vlaamse Rand. Deze duiden aan dat het gemiddeld inkomen per aangifte in Merchtem 1.475 € lager is dan dat van de Vlaamse Rand. Trend die nog meer opvalt in de studie van Belfius 'Individueel Financieel Profiel Merchtem 20 02 2013". Daar blijkt dat het gemiddeld inkomen per aangifte zelfs 3.229 € lager ligt tegenover een Cluster van een dertig tal vergelijkbare gemeenten. Opzichtens de Provincie Vlaams-Brabant tikken we af op 879 € minder.

Ander opvallend punt dat zeker verband houdt met de lagere gemiddelde inkomens is dat Merchtem beduidend meer leefloners heeft in haar bevolking. Voor Merchtem is dat 0.48 % of 75 personen. Voor de cluster van de gemeenten waarmee we vergeleken worden in de studie van Belfius is dat slechts 0.16 %. Concreet zouden er dan slechts 25 leefloners zijn. Het gemiddelde in de provincie en gewest is respectievelijk 0.27 en 0.28 of concreet voor Merchtem een 43-tal leefloners.

Om een idee te geven wat dit verschil kost :

Bedragen van leefloon (geldig op 01/12/2012)
Toestand Op maandbasis in euro op 01/12/2012
Samenwonende persoon 534,23
Allenstaande persoon 801,34
Persoon met gezin ten laste 1068,45

Gesteld dat we opzichtens de cluster aan 50 extra mensen  leefloon uitbetalen betekent dat op jaarbasis een uitgave van 480.804 € in de hypothese dat het allemaal alleenstaande personen zouden zijn (dit wordt wel terugbetaald door de hogere overheid, maar goed is het niet) 

Nog een interessant gegeven is dat de bevolking in Merchtem  aangroeit met 6.1 % tegenover 4.4 % in de cluster en 5.6 %  in de provincie. Van die 6.1 % is er 4.9 % migratie tegenover 1.2 % natuurlijke groei.

Een voorzichtige conclusie zou kunnen zijn dat we als gemeente aantrekkelijk geworden zijn voor mensen met een eerder laag inkomen, wat de cijfers leefloon en lager gemiddeld inkomen kan verklaren.

Persoonlijk denk ik (en dit is misschien een te verregaande conclusie die niet zondermeer uit deze cijfers mag getrokken worden) dat voornamelijk de meergezinswoningen die midden jaren 80 - begin 90 zijn opgetrokken en die in feite min of meer afgeschreven zijn thans door een relatief lage huurprijs inderdaad aantrekkelijk geworden zijn voor mensen met een eerder laag inkomen..

Het zijn, opnieuw, zeer voorzichtige conclusies die ook niet mogen geïnterpreteerd worden als dat Merchtem enkel 'rijkere' burgers zou mogen aantrekken. 

Indien we aan deze trend iets willen doen lijkt er mij maar een oplossing te zijn : streven naar een hogere woonkwaliteit. Dit kan via een stedenbouwkundige verordening die bij nieuwbouwprojecten normen oplegt die die woonkwaliteit opkrikt. Met als gevolg betere woonkwaliteit die logischerwijze ook reflecteert op hogere huurprijzen. De cijfers over het kadastraal inkomen per inwoner lijken dit te bevestigen  : voor woningen is dat 438 € per inwoner opzichtens 493 in de Cluster en zelfs 522 € in de provincie.

Een erg warme, menselijke stelling is dat niet maar ik vrees dat ik 'gelijk' heb en zoals de lezer hier weet, ik nogal geneigd ben de dingen te zeggen zoals ze zijn.

Uiteraard dient er naast die hogere woonkwaliteit ook ingezet te worden op betaalbare  sociale koop en huurwoningen . Want ook daar zijn cijfers over : het aantal sociale woningen per 1000 inwoners is in Merchtem 6. In de kluster 8 en in de provincie 15.

Het jarenlange stilzitten van Providentia is hier niet vreemd aan. Ook hier zijn de cijfers sprekend en zijn we meer dan aan een inhaalbeweging toe.

Welk effect hebben deze cijfers nu op de financiën van de gemeente ?

Dit heeft uiteraard zijn effect op wat men noemt het 'fiscaal rendement'. Als het gemiddeld inkomen lager is betekent dit dat de belastbare basis waarop je de belasting kan heffen kleiner is. Het verhaal van de grote of de kleinde taart. Ook hier zijn de cijfers sprekend.

1 % aanvullende personenbelasting heeft een waarde per inwoer van 45.67 € per inwoner in Merchtem, 50.81 € in de cluster en 46.30  € in de provincie.

De opcentiemen op de onroerende voorheffing hebben een waarde van 100 opcentiemen per inwoner voor Merchtem van 19.40 €, voor de cluster 21.25 € en voor de provincie zelfs 25.38 €.

Is dit een pleidooi voor het optrekken van de tarieven ? Lees belastingsverhoging ? Neen bij voorkeur zou 'de taart' moeten vergroten. Wat de inkomsten per inwoner betreft kunnen we maar hopen dat een economisch herstel weldra kan leiden tot een hoger gemiddeld inkomen. Wat de onroerende voorheffing betreft moeten we hopen op kwalitatief waardevolle gebouwen. En die zitten er gelukkig wel aan te komen : er is de grote verkaveling voorzien in het BPA Puursstraat met toch wel een 300-tal woningen, er is de verkaveling 'Appelkot' van woningbouw Verelst, er zijn de reconversies Maalderij Meskens en Ginder-Ale. Naast die hoop op 'een grotere taart', basis waarop we belasting heffen is er een grote besparingsronde geweest die zal worden voorgesteld bij de presentatie van de meerjarenplanning en begrotingswijziging in april-mei. Naast het doorkammen van elke kost is de vraag gesteld : 'is dit een kerntaak van de gemeente'. Er zal heel wat sneuvelen, maar het is zoals hier uiteengezet 'van moetens'. Zoals elders hier op de site gesteld komen de gevolgen van de economische crisis (minder inkomens) en de de financiële crisis (geen dividenden meer) nu op kruissnelheid bij de lokale besturen aan. Ons hele systeem is gebaseerd op een economie die groeit. In het boek "Einde aan de groei" van Richard Heinberg (uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht 2011) worden we voorbereid op een model dat niet meer uitgaat van groei en stelt de auteur radicaal dat we ons moeten aanpassen aan de nieuwe economische realiteit die niet meer uitgaat van een groeiscenario.
Misschien wat pessimistisch en je leest uiteraard altijd leuker nieuws maar ik vrees dat we stilaan op een punt gekomen zijn dat de rol die de overheid in het algemeen tot nu toe speelde niet blijvend op die schaal zal kunnen gespeeld en vooral betaald worden.

Een crisis sis echter ook een uitdaging. Creatief zijn is de boodschap. Platgetreden paden durven verlaten. Vanzelfsprekendheden durven in vraag stellen. Zelf beginnen met het eigen beleid en niet zitten wachten tot de oplossing van bovenaf komt. Het worden in dat opzicht nog boeiende jaren !