Lof uit NederlandSection: Cultuur

Vakpers Nederland vol lof over CD August De Boeck

www.opusklassiek.nl/cd-recensies/cd-sr/srboeck01.htm
Eerder al schreef ik over het uitzonderlijke karakter van de opname in Ostrava.

Uren heb ik de CD al beluisterd, en telkens ontdek ik originele wendingen en een schitterende opbouw. Dit is de bespreking in vakpers Nederland.

Lees vooral het einde van de tekst !




August de) Boeck: Voorspel tot de opera
’Théroigne de Méricourt’ – Pianoconcert – Orkestsuite uit de opera ’Francesca’
Jozef de Beenhouwer (piano),
Janácek Philharmonic Orchestra, Ostrava o.l.v.
Ivo Venkov
Phaedra (In Flanders' Fields nr. 71) 92071 · 75' ·
 
 

Nederland heeft Alphons Diepenbrock (1862-1921), Vlaanderen heeft August de Boeck (1865-1937). Beide componisten hebben hun naam vooral te danken aan vocale werken. Bij de Boeck hebben we het dan over vijf opera’s, bij Diepenbrock over liederen en religieuze muziek – die heeft zich nooit aan een opera gewaagd, maar wel heel veel toneelmuziek geschreven. Beiden hanteerden ze een post-Wagneriaans idioom waarin ook Franse invloeden doorklinken – in het geval van de Boeck is zijn vertrouwdheid met Debussy’s ‘Pelléas et Mélisande’ onmiskenbaar. Behalve opera’s liet de Boeck een symfonie na waarin Russische invloeden te horen zijn, plus een pianoconcert, een vioolconcert en een aantal kortere orkestwerken. De Symfonie en het Vioolconcert zijn uitstekend ingespeeld voor het label Naxos (8.223740).
Het Pianoconcert van de Boeck is verbonden met de geschiedenis van het Hans-Klavier, een uitvinding van de Waalse ingenieur Pierre Hans. Dat was een concertvleugel met twee klavieren, net als een klavecimbel, met dien verstande dat het tweede klavier een halve toon hoger gestemd was. Hans ontwierp het instrument in eerste instantie voor zichzelf, hij had namelijk erg dikke vingers die elkaar bij het spelen van repeterende naburige akkoorden behoorlijk in de weg zaten. Nu kon hij ze over twee klavieren verdelen. Hij schreef een concert voor zichzelf en bestelde er een aantal, onder andere bij de Boeck en de Limburger Carl Smulders. De firma Pleyel bouwde dit peperdure instrument en de Antwerpse pianiste Mit Scapus (née Maria van Dommelen) maakte het tot haar specialiteit en gaf cursussen aan een aantal conservatoria, ook in Nederland. Het prijskaartje en het uitbreken van de Tweede wereldoorlog werden het instrument fataal.
Op verzoek van dirigent en componist Frits Célis (die ook voor de uitstekende annotatie bij deze cd zorgde en een stuwende kracht is achter het label Phaedra) maakte pianist Jozef de Beenhouwer een versie van het concert voor een normale piano. Daarbij moest hij inventief te werk gaan, want de Boeck had het uitwerken van de pianopartij voor een groot deel overgelaten aan Scapus. Het is hem voortreffelijk gelukt. Dit is een concert waarnaar je vanaf de eerste maat met gespitste oren zit te luisteren, en die aandacht wordt gedurende drie delen vastgehouden. Het werk begint met een pregnant motiefje in octaven, een motief dat in het verdere verloop van het stuk een belangrijke functie blijkt te vervullen. Uiteraard spelen snel wisselende chromatische akkoorden een sleutelrol, maar dat ze oorspronkelijk voor twee klavieren werden geconcipieerd is niet te horen. Ik las het pas achteraf in de toelichting. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan het superieure spel van pianist Jozef de Beenhouwer.
Frits Célis zorgde ook voor de redactie van een grote vierdelige suite uit de opera ‘Francesca’. Ieder van de delen correspondeert met een van de aktes, die door de Boeck al waren voorzien van titels: Roeping, Hartstocht, Wanhoop en Loutering. Uit deze opsomming valt al op te maken dat de opera gaat over een kunstenaar (schilder), die naar de grote stad (Amsterdam) trekt om te studeren bij een meester (Rembrandt). Hij wordt verliefd op een lichtzinnig model dat hem de bons geeft en er met een piraat vandoor gaat. Na een wanhopige derde akte keert hij in de vierde gelouterd naar zijn ouderlijk huiis terug waar hij door zijn vader vergeven wordt terwijl zijn moeder een wiegelied uit zijn jeugd neuriet. Gelukkig is de muziek van een heel wat betere kwaliteit dan het verhaaltje. Célis heeft hier uitstekend werk verricht door lange episodes met een grote mate van samenhang aan elkaar te verbinden tot een boeiende suite van ruim drie kwartier.
Collega Niek Nelissen gaf in zijn bespreking van een cd met werk van Jef van Hoof in deze serie (klik hier) al aan dat het Janacek Orkest uit Ostrava met zijn Bulgaarse gastdirigent Ivo Venkov een uitstekende prestatie levert, maar dat het natuurlijk idioot is dat je voor zo’n productie vanwege de centen moet uitwijken naar Ostrava. Kom op Vlaanderen, wees trots op August de Boeck!