Memorie van verantwoording
Het zal allicht uiterst zeldzaam zijn dat een schepen, midden legislatuur een verantwoording schrijft over het gevoerde beleid. In deze het gevoerde cultuurbeleid.
De aanleiding is de recente herdenking van de geboorte, 150 jaar geleden, van August De Boeck. Ik lees hier en daar commentaren in de zin van ‘weeral De Boeck’. Ik wens mij te verantwoorden.
De tweede vrijdag van oktober 2007 had ik in opdracht van wijlen schepen Kris De Pauw een eerste vergadering met wat later het ‘August De Boeck comité” is gaan heten. In het buitenland iets ‘meer sexy’ : August De Boeck Foundation…
2012 werd de 75ste verjaardag van het overlijden van De Boeck aangegrepen als herdenkingsjaar.
Mijn idee is altijd geweest dat het meer moest zijn dan een concert met werken van De Boeck. Het moest fundamenteler zijn, het moest duurzaam zijn.
De reden : het bronnenmateriaal (geschriften, partituren, getuigenissen) werden zeer schaars. Het materiaal was verspreid, niet gekend. Partituren onuitgegeven. Eerste doel was dus : redden wat er nog was.
Ten tweede : was het niet hoog tijd om een werk te maken rond het leven en het werk van De Boeck ? Een redactie werd samengesteld en er kwam na veel werken, opzoekingen, vergaderingen, aftoetsen, lezen, herlezen een prachtige monografie. Met cd van historische opnames overigens.
Waarom zoveel aandacht voor De Boeck, in 2012 en nu ? Werkelijk iedereen die iets in de wereld van de muziek iets te betekenen heeft, was het eens over de zeer uitzonderlijke kwaliteit van de werken van De Boeck.
Dit werd keer op keer bevestigd na optredens in het buitenland, die ik met graagte bijwoonde. Twee hoofdcommentaren : “ik wist niet dat die De Boeck zoiets geschreven had”, en “Had dat nu eens een Fransman, Rus, Duitser of Oostenrijker geweest….” Een gevoelige snaar werd geraakt : we zijn veel te bescheiden geweest met onze eigen Vlaamse muziek.
De viering in 2012 was zeer uitgebreid. Er kwam aandacht voor de liederen van De Boeck, de symfonische muziek, cantates en de blaasmuziek.
De viering van 2015 concentreerde zich op de pianomuziek en het quasi volledige aanbod van blaasmuziek.
Het was dus meer dan een concertje geven. Partituren werden gedigitaliseerd en zo voor de eeuwigheid bewaard. Er werden diverse opnames ondersteund.
Meer dan ooit tevoren wordt de muziek van De Boeck nu gebracht. Dat is nu net wat ik bedoel met ‘het moest duurzaam zijn’. Eens een partituur ter beschikking is en succes heeft, leeft die verder. Een partituur die onder het stof letterlijk ligt weg te rotten : dat wordt niet gespeeld, erger, dat gaat verloren.
Het orgelpunt is zeker de opening van het August De Boeck museum. Vermoedelijk eind dit jaar of in de lente van volgend jaar. Heel wat zaken zullen zo bewaard blijven. Het museum moet ook een centrum zijn voor de verdere beleving van de werken van De Boeck. Waarom niet een opname van een uitvoering in Praag, Berlijn, noem het op.
Is het dan gedaan ? Wel, één aspect ligt nog open : de opera’s van De Boeck. Het moeilijkste item om aan te pakken. Toch gaan we ervoor. Er is al een aanzet geweest met de suite uit Francesca (La Route d’Emérode). Een bewerking van Frits Celis uitgevoerd in Ostrava.
Er is evenwel nog zoveel materiaal aan opera’s dat daar nog iets mee moet worden aangevangen.
Het lijkt mij zo te zijn dat het de plicht van de gemeente is dit belangrijk en omvangrijk cultureel erfgoed te bewaren, en meer nog, levendig te houden.
Zij die de activiteiten hebben bijgewoond zijn altijd vol lof. De herdenking van 2015 kon telkens op heel veel aanwezigen rekenen. Dat heeft mij enorm veel deugd gedaan en moed gegeven om dit werk verder af te maken. Het muzikale gedeelte van dit herdenkingsjaar zit erop. Nu nog opening museum en inwandelen ‘August De Boeck – wandelpad’.
Aan allen die me op de een of andere manier hebben gesteund : dikke merci.